gebruikte men eeuwen lang, al vanaf de twaalfde eeuw, lijnolieverven op basis van  rauwe lijnzaadolie, waar ongeveer 1 procent siccatief werd doorgevoegd om het doorharden te versnellen.

Het verhaal gaat dat Jan van Eijk (1390-1441)de olieverf heeft uitgevonden,maar hij was degene die bekend werd met het gebruik hiervan en de schittering van zijn kleuren,dat het resultaat was van een gelaagde techniek in combinatie van een bovenste laag harsvernis.

Voorganger van de olieverf is temperaverf, dat gemaakt word door met de hand of vijzel, droge pigmenten te verbinden door te wrijven en mengen met eierdooier en water.
Het woord tempera komt trouwens van het Latijnse woord temperare, dat mengen betekent en is naar alle waarschijnlijkheid uitgevonden in Egypte in de tijd van de Romeinse overheersing.

Maar wat heeft het met het nu wit te maken van de kleding van de schilder?

in vroeger tijden, toen er nog gewerkt werd met lijnolieverf, waste men de kleding en werd er voor het wassen op de verf in de kleding groene zeep gesmeerd, de kleding werd strak opgerold, in een vochtige bak gedaan zodat de groen zeep een alkalische reactie aan ging met de lijnolieverf, voordat ze in de kookwas werden gewassen.

Dat gaat dus niet echt bij gekleurde kleding.

En: de verf maakte je zelf aan en op kleur op het werk.dus de witte kleur beinvloedde de kleur van de verf die je mengde niet.

En:als schilder kwam je vroeger bij mensen op de stoep en dan is het belangrijk hoe je overkwam:wit staat ook voor hygiëne , reinheid, verfraaien, zoals de schort van een kok of een arts.

Tags: Aangeenbrug schilders, witte overal, Geurt vertelt